ONTSLAGRECHT
Sinds de invoering van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) stond in de wet een opsomming van ontslaggronden. Werd niet of niet volledig aan zo’n ontslaggrond voldaan, dan was het niet mogelijk om een medewerker op basis van een vergunning van UWV of via de kantonrechter te ontslaan. Per 1 januari vindt er een versoepeling plaats: ontslaggronden mogen cumuleren en leveren dan gezamenlijk een ontslaggrond op. Het is dan wel mogelijk dat de kantonrechter de transitievergoeding tot 50% hoger vaststelt.
TRANSITIEVERGOEDING
Met de transitievergoeding hebben wij ook sinds de WWZ te maken. Vanaf 1 januari hebben alle medewerkers vanaf de eerste werkdag recht op transitievergoeding. Dus ook als een medewerker in de proeftijd wordt ontslagen, bestaat recht op een evenredig deel van de transitievergoeding. Ook bij langere dienstverbanden moet de hoogte van transitievergoeding op basis van de werkelijke diensttijd in jaren, maanden en dagen worden vastgesteld.
De formule wordt wel wat eenvoudiger: 1/3 maandsalaris per dienstjaar. De leeftijd van de medewerker of de lange diensttijd is niet meer van belang. De maximale transitievergoeding bedraagt € 81.000 of een jaarsalaris als het jaarloon hoger is.
KETENREGELING
Er wordt nog meer gesleuteld aan de WWZ: opeenvolgende contracten van bepaalde tijd, vormen na drie jaar (thans twee jaar) een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
WW-PREMIE
Een ingrijpende wijziging is de berekening van de gedifferentieerde WW-premie. Tot nu toe werd deze per sector vastgesteld en daarbij was de instroom van medewerkers in een WW-uitkeringssituatie van belang. Dat verandert: elke werkgever betaalt een hogere premie voor medewerkers die niet op basis van een arbeidsovereenkomst van onbepaalde tijd werken. Het verschil is groot: 2,94% voor vaste medewerkers en 7,94% voor niet- vaste medewerkers. Het is van belang dat er altijd een schriftelijke vastlegging in de loonadministratie aanwezig is van de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Ook in het geval dat sprake is van onbepaalde tijd door het stilzwijgend verlenging van arbeidsovereenkomsten van bepaalde tijd (zie ketenregeling). Tot 1 april 2020 mogen bestaande situaties worden vastgelegd.
TWEE-SCHIJVENSTELSEL
Ook in het belastingplan wordt afscheid genomen van een traditie (vier schijvenstelsel) en wordt een twee schijvenstelsel geïntroduceerd. Tot een inkomen van € 68.507 geldt een belastingpercentage van 37,55% en daarboven 49,50%. De algemene heffingskorting en de arbeidskorting gaan omhoog. Al met al zien medewerkers in januari een stijging van het netto inkomen op hun salarisstrook.
VERRUIMING VRIJE RUIMTE
De vrije ruimte van de werkkostenregeling die door werkgevers vaak gebruikt wordt voor het verstrekken van kerstpakketten, personeelsuitjes en vergoedingen in het kader van een fietsen plan wordt iets groter. Bij een loonsom van ten minste € 400.000 stijgt de vrije ruimte met € 2.000.
TO DO VOOR HR
Procesmatig
- Aanpassen van het proces uit dienst in verband met de berekening van de transitievergoeding over de diensttijd in jaren, maanden en dagen.
- Schriftelijk vastleggen van overeenkomsten voor onbepaalde tijd voor 1 april 2020.
- Aanpassen proces doorstroom aan gewijzigde ketenregeling: vaste arbeidsovereenkomst na drie tijdelijke contracten die samen drie jaar hebben geduurd.
- Aanpassen in personeelsgids/ arbeidsvoorwaarden
Fiets van de zaak
Het komt vaak voor dat werkgevers fietsen verstrekken of de aanschafprijs vergoeden. Om dat aantrekkelijk te maken voor de medewerker, komen de kosten ten laste van de vrije ruimte van de werkkostenregeling. Er komt een nieuwe variant bij: het ter beschikking stellen van een fiets. De medewerker betaalt belasting over 7% van de nieuwwaarde van de fiets.
Geboorteverlof
Voor medewerkers van wie de partner bevallen is , wordt het geboorteverlof (sinds 2019 is dat 5 dagen doorbetaald verlof) verlengd met 5 weken. Gedurende deze 5 weken betaalt UWV een uitkering van 70% van het (maximum) dagloon.
Minimumloon
Met ingang van 1 januari 2020 bedraagt het minimumloon voor medewerkers van 21 jaar en ouder € 1.653,60 per maand.
AOW-leeftijd
Medewerkers worden in 2020 AOW-gerechtigd op de dag dat zij de leeftijd van 66 jaar en vier maanden bereiken.